Esthetische eenvoud – Wim Quist

Het nieuwe Maritiem Museum in de jaren 80 moet representatief zijn voor de havenstad Rotterdam, op een centrale plek in de stad en aan het water. De locatie aan de Leuvehaven biedt ruimte voor een museum, paviljoens en een buitenexpositie. Van de architecten die worden uitgenodigd—Aldo van Eyck, Wim Quist, Marius Duintjer, Onno Greiner en Herman Hertzberger—wordt Quist in 1981 door de selectiecommissie gekozen. Zijn eerste schetsen laten goed zien hoe het museum op de ontwerptafel tot een heldere vorm komt.

Collectie Nieuwe Instituut, archief Wim Quist

Over Quist

Architect Wim Quist (1930-2022) maakt op jonge leeftijd naam met zijn brutalistische ontwerp voor drinkwaterproductiebedrijf Beerenplaat en bouwt daarna een veelzijdig oeuvre op: bruggen, scheepsloodsen, bedrijfspanden, kantoren en culturele gebouwen, waaronder veel musea. Kenmerkend voor de architectuur van Quist is zijn zoektocht naar de essentie, wars van modieuze tendensen. Deze weet hij in samenhangende vormen met eenduidige en eenvoudige materialen te realiseren. Zo ook bij het Maritiem Museum, waar hij een ingewikkeld programma weet te vangen in een driehoekige hoofdvorm.

Stadsarchief Rotterdam

Vides en hellingbanen

Het ontwerp voor het Maritiem Museum wordt uitgewerkt op rasterpapier, dat medebepalend wordt voor het grid van de kolommen. Het museum bestaat uit publieksruimten zoals de entreehal, het vademecum, het centrale informatiepunt, de bibliotheek en zalen voor wisseltentoonstellingen. Het ogenschijnlijk eenvoudige gebouw bestaat uit uitstekende en inspringende elementen, waarbij de arcades en vensters verrassende doorzichten bieden op stad en haven. De routing door het museum leidt afwisselend langs open en gesloten ruimtes, en neemt de bezoeker via vides en hellingbanen mee langs de vergezichten. Op deze manier brengt Quist het binnen- en buitenmuseum, de stad en haven, continue met elkaar in verbinding.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief